Kerstvakantie. En we gingen niks doen. He-le-maal niks. Dat hadden we onze jongste beloofd. “Waarom gaan we altijd weg”, verzuchtte hij na de herfstvakantie die we deels doorbrachten in Schotland. Hij wilde dolgraag een keer “gewoon thuis blijven”. Ik vond het een goed plan. Na een erg druk jaar leek het mij ook wel heerlijk om even niks te hoeven. Twee weken onder de kerstboom. Geen koffers inpakken, geen wekker zetten, geen lange autorit, geen trein of vlucht te halen. Niks doen. Ik keek er naar uit.

In vliegende vaart arriveerde ik bij Kerst. Het bleef het druk tot het einde. Ik had in de laatste werkweken nog een gesprek met de minister, een key note op een conferentie, een trainingsdag, een SER-vergadering en drie offertes om te schrijven. Plus de gebruikelijke eindejaarsadministratie, niet te vergeten. Maar ik redde het. En zo lag ik op vrijdag 23 december om 11 uur op mijn yogamatje nadat ik vlak daarvoor mijn out-of-office bericht had ingesteld. Ik was klaar. Klaar voor het grote niksen.

Die yogales ging voor geen meter. Ik had geen lucht, geen souplesse, geen kracht. En mijn tenen bleven dit keer onbereikbaar voor mijn uitgestrekte vingers. Uitgepierd was ik. Afgedraaid. Maar dat gaf niet. Want, ik ging toch weinig doen. Twee weken lang. Wat een lekker vooruitzicht.

Kerst kwam (eten hier, eten daar) en daarna regen de dagen zonder doel zich aaneen. De eerste week ging ik nog redelijk vroeg naar bed en lukte uitslapen matig, maar naarmate de tijd verstreek ging ik er later in en later uit. Ik kocht een legpuzzel (die ik vervolgens niet maakte), las twee boeken, wandelde een Pieterpad-etappe, ging op bezoek bij vrienden en tantes, kookte uitgebreid, fabriceerde een fotoboek, deed spelletjes, maakte bedden op voor verschillende logeetjes en bezocht een museum. Ik genoot van de vrijheid om elke dag te laten komen zoals die kwam. Maar ‘s avonds, als ik in bed lag, voelde ik me een ietsiepietsie nietsnutterig en vroeg ik me af of ik niet meer uit de dag had moeten halen. Halverwege de tweede week zei ik dit tegen mijn man. Hij herkende het gevoel. We spraken erover en kwamen tot de conclusie dat het woord ‘niksen’ de lading eigenlijk helemaal niet dekt. Want we deden niet niks. We deden een heleboel. Het was alleen niet Instagram-waardig. Niks bijzonders, niks speciaals.

Lachend constateerden we dat we klaarblijkelijk lijden aan ‘evenementisme’. Dat woord bestaat (nog) niet maar als het in de Dikke van Dale komt, zou de beschrijving ongeveer zo luiden: ‘het sterke verlangen naar het meemaken van grootse en meeslepende gebeurtenissen, waarbij de evenementist wel wil maar niet kan minderen en YOLO-situaties blijft najagen ondanks de onrust en vermoeidheid die dit – bij grootverbruik – kan opleveren’.

Toen corona huishield en er geen grote happenings waren, was mijn evenementisme minder. Maar nu reizen weer mogelijk is, evenals bioscoopbezoek, festivals en sportevenementen, heeft het de kop weer opgestoken. Kennelijk leef ik volgens het principe ‘ik beleef dus ik besta’. En daar is niks mis mee. Behalve wanneer ik de dagen dat ik niets avontuurlijks of bloedstollends ervaar, ga afdoen als ‘vergooid’. En dat was er afgelopen jaar, alle goede post-coronavoornemens ten spijt, dus stiekempjes toch een beetje ingeslopen. Gelukkig besefte ik dit halverwege de kerstvakantie. Want daarna kon ik, nog meer dan voorheen, genieten van alle doelloze dagen. Met dank aan mijn jongste en zijn hartenkreet. Die gozer heeft trouwens de beste vakantie van zijn leven gehad. Ook mooi om te zien.

De lange lummelvakantie is nu voorbij. De drukke eerste weken van het jaar staan op punt van beginnen. Aan uitdagingen en adrenaline geen gebrek. In 2023 hang ik mijn wens om te niksen aan de wilgen. Want écht niksen …. dat blijkt toch niks voor mij. Maar doen wat ik de afgelopen weken deed – genieten van het alledaagse – daar ga ik mee door. Met af en toe een evenement op zijn tijd, zoals een dik dansfeest voor mijn 50e (zie foto). Want het moet natuurlijk wel leuk blijven ;).

YOLO = You Only Live Once. Het betreft het argument dat je een bepaald evenement gewoonweg niet kan laten schieten omdat je slechts één keer leeft en het zonde is om zo’n kans te laten liggen.