Op een zwoele zaterdagavond, één dag voordat ik op zomervakantie zou vertrekken naar Verweggistan, vond ik mijn kat. Ze lag voor de deur, pal achter de drempel. Ik struikelde zowat over haar toen ik naar buiten liep. De kat keek me zielig aan. Haar rechterachterpoot lag in een vreemde hoek.
Toen ze probeerde op te staan, bungelde die poot er voor spek en bonen bij. Het zag er niet goed uit. Ik schrok en dacht: “die kat gaat eraan”.
Mijn tweede reactie was “*$**&!!”. Ik vroeg me af hoe ik in vredesnaam mijn jongste morgen moest vertellen dat we zijn lievelingskat zouden moeten laten inslapen. Zou ik hem daarna nog wel meekrijgen op die spannende verre reis? Het huilen stond me nader dan het lachen. Die kat met de lamme poot gooide serieus roet in het eten van mijn tot dan toe fijne vakantiegevoel.
De kat miauwde meelijwekkend. En ik nam een niet-rationeel besluit. Ik belde de dierenarts en reed om half 12 ’s avonds met het beest naar hun spoedpost. En, moet u weten, die kat van mij is een krijgertje. Gratis afgehaald vorig jaar, bij een buurvrouw met vijf nestjes. Vlooien en wormen waren inbegrepen.
“U begrijpt toch wel dat voor dergelijke consulten een bijzonder tarief geldt, mevrouw?”, zei de dierenarts. Ja, dat begreep ik. Maar ik deed het toch. Want dat beest mag dan wel een afgedankte boerderijkat van het simpele soort zijn; het heeft wel een speciaal talent om mijn kinderen lol en troost te bieden, wanneer ze haar aaien of met haar – het liefst op hun hoofd – rondlopen.
Lang verhaal kort: Deels uit dierenliefde (ik heb ook al eens een kip laten opereren, maar dat terzijde), maar zeker ook uit berekend eigenbelang (ik laat toch niet zo’n mooie reis vergallen door het vooruitzicht van een lege mand bij thuiskomst), heb ik een godsvermogen uitgegeven aan mijn kat. Want na dat peperdure avondconsult heb ik het beest bij de dierenarts achtergelaten. Daar is tijdens onze vakantie het manke pootje afgezet. En uiteraard deed de dierenarts ook dat niet voor niks.
Op drie poten kan de kat overigens prima vooruit. De eerste muizen zijn al weer gevangen en ze klimt in bomen alsof het niets is. De poes is wel een stuk huiselijker geworden. Daar waar ze voorheen de hele dag van huis was, op zoek naar prooi of sexy katers, hangt ze nu rond in de achtertuin. Ook komt ze regelmatig binnen om te kijken wat wij aan het doen zijn en laat ze zich – nog luider spinnend dan voorheen – door mijn kinderen aaien en rondsjouwen. Kortom: die pootamputatie was het waard. De kat is er niet minder op geworden, eerder meer. Zeker als ik kijk naar haar emotionele waarde voor ons gezin.
Werkgevers zijn bij het zoeken naar geschikte kandidaten voor vacatures vaak op zoek naar het spreekwoordelijke schaap met de vijf poten. Onlangs stond er een artikel in het NRC dat dat helemaal niet mogelijk is. Mensen kunnen volgens onderzoekers helemaal niet én creatief én gestructureerd zijn, of én zelfstandig én een teamplayer. Los van die theoretische onmogelijkheid, weet ik uit inmiddels eigen ervaring dat het ook helemaal niet nodig is. Je hoeft niet op zoek naar een schaap met vijf poten. Een kat met drie poten volstaat.
Beeld van Luke Stackpoole op Unsplash